Audi
Audi quattro expo
Audi quattro expo
Audi quattro expo
Audi quattro expo
Audi quattro expo
Foto 1 / 1

De collectie die Autoworld wist te verzamelen omvat onder andere een ur-quattro (1983), een Sport quattro (1984),  een coupé quattro (1989), een Audi RS 2 Avant en enkele mythische rallywagens zoals de S1 rally quattro (1985) waarmee Michèle Mouton de Pikes Peak International Hill Climb in 1984 en 1985 won, de Rally quattro GR 4 (1981) van Hannu Mikkola en de  Rally quattro GR B (1983) waarmee de Belgische piloot  Marc Duez met co-piloot Willy Lux zijn eerste overwinning op de Boucles de Spa won.  Ook de legendarische racewagens zoals de Audi 200 quattro TransAm (1988), 80 quattro procar (1994) en V8 procar Belga (1993) mochten niet ontbreken tijdens deze unieke expositie. De mythische modellen worden geflankeerd door de nieuwste modellen met quattro-technologie zoals de Audi RS Q3, RS 7 Sportback en e-tron.

Enkele wagens uit de verzameling in de kijker

 Sport quattro (1984)

De Sport quattro werd door Audi in een kleine serie gebouwd om te voldoen aan de rallyreglementering voor ‘groep B-wagens’ in het World Rally Championship midden de jaren tachtig. Tussen februari 1984 en januari 1986 werden er 200-tal wagens gebouwd, net genoeg voor de homologatie van de rallywagen. Vandaar de zeldzaamheid van deze Sport quattro.

Deze tweedeurscoupé met een aluminium twintigkleppenmotor was uitgerust met de quattro-vierwielaandrijving.  Zijn lijn is nauw verwant met die van de originele ur-quattro. Toch verschilt hij op heel wat vlakken: zijn wielbasis werd korter (minder gewicht en inertie) en hij was voorzien van specifieke koetswerkelementen.

Audi quattro S1 (1985)

De Audi quattro S1 waarmee Michèle Mouton in 1985 de Pikes Peak Hill Climb won, was gebaseerd op haar WRC-rallywagen; de korte wielbasis Group B Audi S1 met 70 extra pk’s (608 pk in totaal). Michèle Mouton was met haar tijd van 11:25.39 niet alleen de snelste in het algemeen klassement in 1985, maar vestigde ook een record dat tot op de dag van vandaag ongeslagen blijft door een vrouwelijke pilote.

200 quattro Trans Am (1988)

Dat de Audi quattro niet alleen op gravelwegen en in de modder of op sneeuw over uitmuntende rijeigenschappen beschikt, bewijst Audi door zijn deelname in 1988 aan de Amerikaanse Trans-Am-races. De raceversie van de Audi 200 beschikt over de 2,1-liter vijfcilinder turbo die 510 pk levert bij 6.000 toeren. Ondanks de sterke Amerikaanse concurrentie slaagde het Audi-team met piloten Hurley Haywood, Walter Röhrl en Hans-Joachim Stuck erin om de overwinning op 8 van de 13 races binnen te slepen waardoor ze de constructeurstitel wonnen.

 V8 quattro procar Belga (1993)

De  Audi V8 quattro van het Belga Team behaalde in 1991, 1992 en 1993 de overwinning in de Belgian Procar.  De titel was de beloning voor het uitstekende werk dat verricht werd door de piloten Philip Verellen en Pierre-Alain Thibaut, door tuner Franz Dubois en door de Belgian Audi Club. 

Philip Verellen nam al vanaf de tweede wedstrijd van het seizoen  1991 de leiding in handen en stond die niet meer af.  Zijn prestatie was nog opmerkelijker omdat de wagen regelmatig moest vertrekken met een handicap ten gevolge van het opgelegde supplementaire gewicht van maximaal 50 kg.  Dankzij de steun van Audi Sport en van de motorafdeling uit Neckarsulm evolueerde de Audi V8 quattro gedurende het seizoen, zodat hij op het einde van het seizoen onklopbaar was. Het kampioenschap eindigde voor Audi in een apotheose:  twee Audi's overschreden als eerste en tweede de aankomstlijn.

RS 2 Avant (1994)

Wie RS zegt, zegt quattro. Elk RS-model is standaard uitgerust met de quattro-vierwielaandrijving. In 1994 schreef de Audi RS 2 Avant (232 kW/315 pk) het eerste hoofdstuk van het RS-verhaal met de nog lang gebruikte vijfcilinder vierkleppenmotor. Met deze auto legde de constructeur de basis voor het segment van de dynamische, hyperperformante breaks. De quattro-aandrijving met zelfsperrend differentieel, maakte het mogelijk om deze uitzonderlijke kracht over te brengen op de weg.

De expo in Autoworld is de ideale gelegenheid om nog eens stil te staan bij hoe dit historische model het daglicht zag, hoe het evolueerde en waarom het zo iconisch is geworden. 

Van Iltis tot quattro

Het idee voor deze vierwielaangedreven coupé ontstond in de winter van 1976/1977 tijdens tests met de Volkswagen Iltis offroader, die Audi ontwikkelde voor het Duitse leger. De uitstekende rijeigenschappen van dit offroadmodel op ijs en sneeuw brachten de ingenieurs op het idee om het vierwielaandrijfsysteem van de Volkswagen Iltis in een Audi 80 te monteren. De daaropvolgende tests met het prototype kunnen niet anders dan als indrukwekkend worden bestempeld.

40 jaar quattro: de mijlpalen

Het resultaat werd uiteindelijk een sportieve coupé van Audi met de naam quattro. Het vermogen van 147 kW/200 pk was afkomstig uit een extra krachtige variant van de 2,2-liter vijfcilinder turbomotor.

Tijdens de internationale autoshow van Genève in maart 1980 zorgde de sportieve coupé met vierwielaandrijving voor opschudding. De Audi quattro was de allereerste high-performance auto die met vierwielaandrijving werd geleverd, een aandrijfconcept dat voorheen enkel was voorbehouden aan vrachtwagens en offroaders.

Door de jaren heen wordt de technologie verder verfijnd en vindt het zijn weg naar de rest van het gamma. Het handmatig bediende sperdifferentieel maakte in 1986 plaats voor het Torsen-differentieel dat variabele aandrijfkrachtverdeling mogelijk maakte. In 1984 deed de nog sportievere Sport quattro met 225 kW/306 pk zijn intrede. De eerste Audi TDI’s met quattro komen in 1995 op de markt. Vier jaar later volgen de Audi A3 en de TT. In 2005 maakte het centraal differentieel met asymmetrische, dynamische aandrijfkrachtverdeling zijn opwachting. In 2007 krijgt de Audi R8 een viscokoppeling op de vooras. Een jaar later werd het sportdifferentieel geïntroduceerd. In 2016 vult de quattro-transmissie met ultra-technologie de rijke quattro-geschiedenis verder aan.

quattro-technologie vandaag

De quattro-vierwielaandrijving is een waar succesverhaal: sinds 1980 zijn meer dan 10,5 miljoen Audi’s uitgerust met de technologie. Tegenwoordig heeft Audi verschillende quattro-versies in huis.

Het eerste systeem is er één voor modellen met een in de lengte geplaatste motor die samenwerkt met het stabiliteitssysteem ESC en de tiptronic-automaat, en beschikt over een mechanisch sperdifferentieel. De aandrijfkrachtverdeling naar de voor- en achteras is variabel. Het tweede systeem voor quattro-modellen met handgeschakelde versnellingsbak of de S tronic-automaat met dubbele koppeling beschikt over een quattro-aandrijving met ultra-technologie. Dit systeem schakelt indien nodig automatisch en in een oogwenk over van voor- naar vierwielaandrijving. De compacte Audi modellen met dwarsgeplaatste motor beschikken over een derde type quattro-systeem met een hydraulische, meerschijvenkoppeling op de achteras. Bij veel modellen is het daarbij mogelijk om al bij het insturen van een bocht  aandrijfkracht naar de achterwielen te sturen. Bij de sportieve R8 bevindt de koppeling zich juist op de vooras.

Audi quattro 2.0: elektrische vectoriële koppelverdeling

quattro is tijdloos, ook in het tijdperk van elektrische aandrijving. De Audi e-tron en e-tron Sportback worden standaard geleverd met ‘electric quattro’. Normaal gesproken worden bij deze modellen alleen de achterwielen aangedreven, maar als de omstandigheden erom vragen worden de voorwielen automatisch ‘bijgeschakeld’. Electric quattro wordt nu verder verfijnd en voegt nu als het ware een nieuwe dimensie toe met elektrische vectoriële koppelverdeling. Dit houdt in dat de aandrijfkracht op de achteras in milliseconden volledig variabel over de twee wielen kan worden verdeeld. Het resultaat: nog meer grip en rijdynamiek. De elektrische vectoriële koppelverdeling debuteert op de sportieve Audi e-tron S-modellen.

Opzienbarende sportieve resultaten

Ook de sportieve prestaties maken uiteraard deel uit van de quattro-legende. De Audi quattro beleefde in 1981 zijn officiële debuut in de autosport in de Jänner Rallye in Oostenrijk. De successen volgden snel: Audi won de constructeurstitel in 1982 en een jaar later pakte de Fin Hannu Mikkola de titel voor piloten. Vanaf 1984 zette Audi de Sport quattro met kortere wielbasis in en in 1985 volgde de extreme Sport quattro S1 met 350 kW/476 pk. In 1987 sloot Audi het rallytijdperk in stijl af: Walter Röhrl behaalde met een speciaal geprepareerde S1 de overwinning bij de legendarische heuvelklim Pikes Peak.  Maar daar stopte het natuurlijk niet voor het merk met de vier ringen. Het verlegde de focus naar het circuit. Aan het begin van de jaren 90 trad Audi toe tot het DTM- kampioenschap en behaalde het twee keer de titel. De Audi A4 quattro Supertouring, die ook uitgerust was met de quattro-technologie, won bovendien alle zeven nationale kampioenschappen. Ook in uithoudingsraces was het merk zegezeker met de Audi R18 e-tron quattro met zijn hybride aandrijving (V6 TDI om de achterwielen aan te drijven, in combinatie met 2 elektrische motoren op de voorwielen). Audi won drie keer de 24 uur van Le Mans en behaalde twee keer de titel voor piloten en constructeurs in de World Endurance Championship.

40 jaar quattro: Vorsprung durch Technik

De successen van de quattro-modellen in serieproductie en in de motorsport hebben de iconische status van de quattro-technologie bevestigd in enkele spraakmakende publiciteitscampagnes. In 1986 bedwong rallypiloot Harald Demuth met een Audi 100 CS quattro de Kaipola-skischans in Finland. In 2019 deed de Zweedse rallycross piloot Mattias Ekström een vergelijkbare actie door met een Audi e-tron quattro het steilste stuk (85% hellingspercentage) van de Streif-skipiste in Kitzbühel te beklimmen.

Audi quattro expo
Audi quattro expo
Audi quattro expo
Audi quattro expo
Audi Quattro Autoworld
Foto 1 / 1